Rimpelingen

Je staat er niet bij stil maar gezondheid is een groot goed. Je wordt er pas van bewust als er iets hapert. Je gaat naar de assistente van de huisarts. Die reageert een beetje aarzelend. Misschien toch maar een afspraak maken, zegt ze. Daar voel je dan niet veel voor, maar de klacht ligt buiten het werkgebied van de assistente. Dus je moet wel, en met een gevoel van: wie A zegt moet ook B zeggen maak je een afspraak. De volgende dag vraag je je af of de klacht zo erg is dat je ervoor naar de dokter moet. Daarbij bedenk je dat die goede dame het toch al zo druk heeft. Wie ben jij dat je wat van haar tijd vraagt.

Al dat soort gedachten en argumenten passeren de revue. Maar gelukkig zeg je de afspraak niet af. En dan is het moment daar dat je in de wachtkamer zit waar een man binnenkomt die vrolijk ‘Goedemorgen’ zegt. Kennelijk iemand die hier vaker komt. Doktersbezoek als ontspanning, denk je dan. Later, misschien wel dagen later, kom je er bij toeval achter dat die opgeruimde geest aan een ernstige ziekte lijdt. En als je dat gevraagd wordt: ‘Zou je willen ruilen?’ je het liefst weg zou willen kruipen.

Schijn bedriegt

Als ergens schijn bedriegt, dan is dat wel in de wachtkamer van een dokter. En de conclusie is dan ook dat ieder mens zijn eigen portie narigheid krijgt. En zijn eigen boontjes moet doppen.

Dan kom je bij de dokter en blijkt het een eenvoudig mankement te zijn dat op een simpele manier te behandelen is. Weg zijn de zorgen, maar het is wel het werk van een dokter, niet van de assistente. Opgelucht verlaat je het praktijkgebouwtje. Misschien realiseer je je dat je gevreesd hebt voor pijnlijke narigheid, misschien ook niet. Maar het gevoel van: de mensheid lijdt het meest door het lijden dat hij vreest … zorgt voor een opgewekte stemming.

Stemmingen

De mens is een merkwaardig dier. Afgezien van het feit dat hij op twee benen rondloopt spelen stemmingen een welhaast groteske rol in zijn of haar leven. Sommigen maken er zelfs een cultus van. Als het overhemd niet goed geknoopt zit dan is dat een slecht teken, en de daarvoor gevoelige persoon verkeert onmiddellijk in een negatieve stemming.

Objectief is er weinig aan de hand, maar degene die ontbreekt is de persoon die zegt: Niets aan de hand. Die persoon doet aan zingeving.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Bomen leren kennen

Met een bestuurslid samen ben ik als onderdeel van een oecumenisch kerkenprogramma op tournee in een andere gemeente. Wij gaan het hebben over Peter Wohlleben, boswachter en auteur. In 2015 kreeg Wohlleben internationale bekendheid met het bijzondere boek Het verborgen leven van bomen. Intussen heeft hij veel meer over de planten- en dierenwereld gepubliceerd. Zijn boeken zijn in vele talen vertaald.

Honderd jaar is een korte tijd

We bespreken het genoemde boek maar hebben ook een meer persoonlijke inbreng. Mijn collega-spreker heeft een strijd op leven en dood tussen berken en coniferen in een plantenbak op zijn balkon meegemaakt. Voor bomen, en zeker berkenstekken, geldt: eerst de eigen soort ondersteunen. Zo vertelt ook Peter Wohlleben. De coniferen in de plantenbak moesten wijken. Het publiek luistert geboeid. Zonder het boek van Wohlleben was wat op het balkon gebeurde een raadsel gebleven. Ik had als toevoeging diverse foto’s van bomen in de regio en op de Veluwe gemaakt. Schitterende platanen, vliegdennen en bospaden waarin licht en donker elkaar afwisselen. Van groot belang is je te realiseren dat voor een boom honderd jaar maar een kleine tijdspanne is! Vaak krijgt een boom in onze omgeving niet de kans om op te groeien. De opzet was dat wij met onze verhalen en die van Wohlleben aandacht gaven aan het thema duurzaamheid en respect voor het leven.

Emotionele of wetenschappelijke taal

De latere boeken van  Wohlleben gaan over de communicatie tussen mensen en de natuur  waaronder; De geheime band tussen mensen en natuur. Dit gaat onder meer over de menselijke zintuigen en het vraagstuk over het bewustzijn van planten. In 2018 heeft hij zijn ideeën daarover al op een groot symposium in The Botanical Garden in New York ten gehore gebracht. Dat was onder de titel ‘Plant Intelligence’. Wohlleben kreeg daar ook kritiek van wetenschappers bij wie de beschrijvingen van ‘moederbomen’ die hun ‘kinderbomen’ wilden beschermen verkeerd vielen. Al die ‘emoties’ stonden hun tegen. Een fijne balans moet gezocht worden tussen de taal die emoties oproept – en daarmee ook de aandacht van het grotere publiek! – en de ‘ouderwetse’, droge, wetenschappelijke taal die afstand houdt.

Katrijne Bezemer
voorganger  in Zuid-Kennemerland en Voorburg

Meer blogs …

De mens en het kwaad

Eind negentiende- en begin twintigste eeuw sprak de vrijzinnigheid zich uit tegen de visie van de orthodoxie dat de mens ‘geneigd zou zijn naar het kwaad.’ Immers, duidelijk was te zien hoe de mens als individu kon groeien. De vrijzinngen zagen de mens als een bijzonder schepsel dat kan bijdragen op het wereldtoneel. Zij deelden met de humanisten een positief mensbeeld en een vooruitgangsgeloof. Hier waren ook tekenen van te zien: toename van de algemene ontwikkeling door het onderwijs, de opkomst van de moderne wetenschap en de ontwikkelingen van de moderne natiestaat.

Botsende visies

Vrijzinnigen zetten zich ook aan het begin van de nieuwe eeuw in voor maatschappelijke goede doelen. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en de armoedebestrijding. Er kwam echter spoedig een kink in de kabel. Eerst door de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie, met als klap op de vuurpijl het fascisme en Tweede Wereldoorlog met de holocaust. Het vertrouwen in vooruitgang en de mooie wereld met ‘een zich ontwikkelend, vriendelijk menselijk wezen’ was voorbij. Het ging niet zo ver dat vrijzinnigen nu ook vonden dat de mens ‘geneigd is naar het kwaad’. Maar de visie van de vrijzinnigen had duidelijk nuancering nodig.

Hoe staan we er voor?

Het is, vind ik, een lastig standpunt gebleven, ook nu nog. Hoe staat het met de mens en de wereld?   Helaas laten de afgelopen twintig jaar op het gebied van religie veel geweld zien. In allerlei landen moesten mensen vluchten vanwege hun overtuigingen. Als er al vooruitgang is, gaat dat wel in bochten. Het leek alsof de aanval op de Twin Towers in 2001 een eerste omslagpunt was in de relatief vredige westerse wereld. Recent is opnieuw ons wereldbeeld doorelkaar geschud. Op politiek gebied verwachtte men een toename van de westerse vorm van democratie. Dat is niet uitgekomen. Op het gebied van scholing verwachtte men wereldwijd meer ontwikkelingsmogelijkheden, ook voor meisjes. Op wereldschaal is dat niet gebeurd maar wel in Nederland. Misschien dat alleen op het terrein van de gezondheidszorg er op wereldschaal vooruitgang is geboekt; met betere medische zorg en een afname van de kindersterfte. Dat is op zich heel positief.

Katrijne Bezemer
voorganger in Voorburg en Zuid-Kennemerland

Meer blogs …

 

Requiem

Midden in een zin hield zij op. ‘Wat is er?’ vroeg ik. ‘Kom hier bij het raam en kijk eens naar beneden.’ Eenmaal op dit verzoek ingegaan, werd mij al gauw duidelijk wat de oorzaak van de onderbreking was. Er lag een dood vogeltje onder het raam. Voor mijn ega is dat voldoende reden om haar gedachtegang te doorbreken. Duidelijk was meteen dat het vogeltje tegen het raam was gevlogen en dat niet overleefd had. Het was bij leven een roodborstje geweest en maakte nu een vredige indruk. Onwillekeurig was ik onder de indruk van de schoonheid van zijn verenkleed. Dit terwijl ik hem vaak in de tuin had gezien, maar in de roerloze toestand was het beter te zien. Gewoon een mooi vogeltje.

Nu vraagt u zich af: wat de oorzaak van dit dodelijke ongeval was. En het antwoord is een kat. Regelmatig komen op prooi beluste katten door onze tuin geslopen soms met een air van ik kom alleen maar even langs. Een buurman was zo attent om zijn kat een belletje om de hals te binden. Als de kat een leuk vogeltje ziet gaat het belletje. Maar daardoor hebben de vogeltjes even respijt. Maar het vermindert niet het jachtinstinct van zijn kat. Eerder wordt het erdoor aangewakkerd, want het levert weinig bevrediging voor de kat op.

Echter hebben de meeste katten geen belletje. Het gevolg is dat een vogeltje in paniek wegvliegt, soms tegen een raam als een kat een uitval doet. Soms met de dood tot gevolg. Kan je dit de kat nu aanrekenen? Ik denk van niet. Het is des katten instinct. Hoewel het aantal vogels dat aan katten ten prooi valt schrikbarend hoog is. Is het de kattenbaasjes aan te rekenen? Daar zou ik niet graag aan beginnen. In ieder geval leverde deze gebeurtenis een dilemma in miniformaat op.

En dus dacht ik als dit soort gebeurtenissen die in mijn tuin plaatsvinden al degelijke filosofieën oproepen, welke druk moeten politici dan niet ervaren. Om niet te spreken van mensen die met mensenlevens spelen? Misschien moeten we erkennen dat wij dergelijke problemen niet op kunnen lossen. Evenmin als het probleem van de kat die instinctief graag vogeltjes vangt. Alleen, het is niet zo simpel om deze handeling met zingeving te betitelen.

Hoe dan ook, het roodborstje heeft een passende begrafenis gekregen bij de andere reeds eerder door kattenagressie gesneuvelde vogeltjes.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

 

Duurzaamheid & Economie & Spiritualiteit als derde

Het is duidelijk dat we steeds meer zien dat duurzaamheid en economie niet meer los van elkaar benaderd worden. Een voorbeeld is het dagblad Trouw dat de redactie van Duurzaamheid en Economie heeft samengevoegd. Wij zijn van mening dat er in het huidige maatschappelijke debat een belangrijke derde dimensie mist. Wij noemen die dimensie Spiritualiteit. Steeds meer mensen zien dat de ene na de andere crisis zich voordoet en beginnen daar ook verbanden in te zien. Zelfs de mensen die een groot vertrouwen hebben in technologische oplossingen voor ieder probleem, of in de polder talenten van Rutte, beginnen te twijfelen. Wat voor rampen en veranderingen staan ons te wachten? Grofweg zijn er twee toekomstvisies, namelijk die van de-growth en green growth, met meer of minder nadruk op technologie en groei. In beide visies is een ingrijpende verandering in ons economische systeem en levensstijl noodzakelijk. Maar welk nieuwe paradigma het ook zal worden (waarschijnlijk een combinatie), naast de technologische en rationele kant van deze transitie, zal een nieuwe visie op en gevoel van verbondenheid met andere mensen en met ander leven en de aarde een noodzakelijk fundament zijn. Wij zien spiritualiteit daarom als het noodzakelijke derde element van de fundamentele transitie waar we voor staan.

Het gaat ons om de spiritualiteit van “Wakker worden”.  Het wakker worden uit de droom van en de verslaving aan, continue economische groei, ongekende welvaart en bevrediging van onze behoeften. Wakker worden uit de droom dat alles om de mens draait, als het toppunt van de evolutie die de aarde als brave rentmeester beheert om optimaal producten en diensten te leveren. Wakker worden en waakzaam zijn betekent dat we alles doen wat in ons vermogen ligt om aan deze transitie bij te dragen. Voorwaardelijk om onszelf daarbij niet uit te putten en de hoop niet te verliezen, zijn wakkerheid voor de schoonheid en de verwondering over het leven. Zoals we ook het lijden van anderen, onszelf en van de aarde niet alleen onder ogen moeten zien, maar innerlijk meevoelen en aanvaarden, om zo werkelijke compassie te voelen én daar ook naar te handelen. Op deze manier kunnen we, ieder naar eigen draagkracht, ten volle bijdragen aan de duurzame verandering van onze samenleving.

Kortom, wij pleiten voor een verbinding tussen economie, duurzaamheid en spiritualiteit, als bron van inspiratie, vertrouwen en in actie komen.

Jeannette den Ouden en Jan Joost Kessler, voorganger en lid van de Arboretumkerk, Wageningen

Een nieuwe index?

Afgelopen weken werd er in de kranten geschreven over een eventueel verbod op een heruitgave van de boeken over Old Shatterhand en Winnetou van Karl May (1842-1912). Karl May, een geliefde Duitse auteur, heeft vanaf eind negentiende eeuw meer dan tweehonderd miljoen boeken over deze twee helden verkocht. Eind zestiger jaren van de twintigste eeuw verschenen diverse films en stripverhalen over Old Shatterhand en Winnetou. Voor wie niet weet waar het over gaat: Old Shatterhand, een blanke man, ontmoet Winnetou een Apache indiaan. Samen maken ze veel avonturen en ook tragedies van strijd en verlies mee in de grootse en wilde natuur van Noord-Amerika. Ze raken erg op elkaar gesteld en worden zelfs bloedbroeders. Waarom zouden deze boeken van May nu niet meer gelezen moeten worden?

Culturele toe-eigening

De reden daarvoor zou volgens de critici niet zijn dat de boeken direct racistisch zijn naar de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika toe. Het gaat er hier om dat de auteur (en daarmee verbonden ook de hoofdpersoon in het boek en de lezers) – ‘zich de wereld van de indianen toegeëigend hebben’. Immers de schrijver is geen indiaan. Dezelfde reden waarom sommige zwarte personen het heel erg vinden als witte mensen hun haar in vele vlechtjes rond het hoofd dragen. Dat hoort bij hun etnische groep! Of als zwarte vrouwen opera zingen. Meeheulen met de vijand!

Verboden boeken

Veel zaken liggen in onze tijd erg gevoelig zoals rassen, genders en alles wat daarmee samenhangt.
Door de communicatiemethoden en de heftigheid van menige discussie, vinden veel boekhandelaren en uitgevers het voor hun veiligheid en die van het personeel dan maar beter te buigen voor de druk. In feite is er dan sprake van een nieuwe index van verboden boeken die op een ongeziene brandstapel verdwijnen, omdat een kleine groep zich gekwetst voelt. Vrijzinnigen hebben altijd gestaan voor de waarden van de vrijheid van informatie en gedachtevorming, open debat en respect voor diverse meningen. Daar past zeker niet in, door bedreiging anderen de mond te snoeren! Uiteraard is de opzet om anderen te kwetsen ook niet gewenst. Maar zouden openhartige gesprekken tussen Winnetou fans en tegenstanders van deze ‘culturele toe-eigening’, elkaar niet waardevolle nieuwe inzichten kunnen bieden?

Katrijne Bezemer
voorganger in Voorburg en Zuid-Kennemerland

Meer blogs …

Warm

Bij het naar buiten kijken vanmorgen kwam een herinnering in mij op uit lang vervlogen tijden. Even was ik weer de schooljongen van weleer. De herinnering speelt in de tijd van de eerste schooldagen van de middelbare school. Dagen waarop alles nieuw is. Je gaat van lokaal naar lokaal, je ziet nieuwe leraren en je zeult een tas vol boeken mee. Een van de eerste dagen kwam er ook gymnastiek aan bod, twee uur achter elkaar. Het was prachtig nazomerweer en de gymnastiekleraar besloot om de les te verplaatsen naar het strand. Het was duidelijk dat algemene bijval hem ten deel viel. Dat was nog eens een leraar!

Fiets

Eén van de leerlingen had een nieuwe fiets gekregen die helaas kapotging op weg naar het strand. Dat mocht echter de pret van de andere jongens niet drukken. Meisjes waren van dit festijn natuurlijk uitgesloten, die kregen handwerk les. Kort daarna sloeg het weer om en geselden regen en wind het dorp en dus ook de schooljeugd.

Nazomer

Het is vandaag ook zo’n nazomerdag. Maar het is toch anders dan toen. Is de warmte anders, zo vroeg ik mij af. Is het omdat honderdduizend mensen om een circuit zitten, iets wat ik vroeger ook deed. Weliswaar waren de aantallen bezoekers een fractie van de honderdduizend van vandaag, maar toch… Of is de dag anders dan vroeger, omdat een zomerse dag geen uitzondering meer is. Ik schrijf dit op de honderdste zomerse dag van dit jaar. Ontegenzeggelijk is er veel veranderd sinds wij schooljongens naar het strand fietsten tijdens de gymnastiekles.

Enige jaren geleden heb ik een reünie van mijn eindexamenklas meegemaakt. Eén van de opvallende dingen was dat in een lokaal waar vroeger een klas van dertig leerlingen in ging, nu maar plaats was voor twintig leerlingen. We zijn als volk gegroeid. Niet alleen in de lengte maar ook in aantal. Onze oude school had dus ook rap bijgebouwd.

Verbeter de wereld

Als je deze zaken op een rijtje zet dan zie je dat er heel wat veranderingen zijn. Veranderingen die onomkeerbaar zijn. Je kunt nu eenmaal de gemiddelde lengte van de Nederlander niet naar beneden duwen. Maar één ding is zeker: we moeten alle zeilen bijzetten om ons landje leefbaar te houden, voor onszelf, maar meer nog voor de generaties die na ons komen. Vroeger, op school, was er een lokaal waar op het bord een spreuk was geschreven: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Zo begint de ultieme zingeving

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Vogels spotten

De zomer is een mooie tijd om vogels te spotten. Volgens de Vogelbescherming is in de coronatijd  het aantal vogelspotters enorm gegroeid. Nu gaan jongeren, en ook meer vrouwen dan vroeger, op pad in eigen omgeving om te ‘vogelen’. Het is ook heel plezierig. Je loopt als vogelaar (dat is de term) liefst alleen, rustig en stil in de natuur en hebt toch een doel. De bekende verrekijker en een vogelgids in de mobiel of op papier is wel nuttig bij de hand te hebben. Ik heb zelf interesse in vogels die helaas geregeld wordt tegengewerkt door onze katten die de liefde voor vogels op een andere manier uitdrukken dan wij.

Vreemde vogels

Laatst in de auto op weg naar een bijeenkomst zag ik in een sloot langs de snelweg een flamingo. Toch zeer ongewoon en opwindend. Was hij ontsnapt uit een dierentuin? Als klap op de vuurpijl zat er een reiger op het dak van het kerkgebouw waar ik heenging. Daar het gebouw tussen de bomen in een woonstraat ligt, een heel ongewone verschijning. We keken bewust naar elkaar. Hij had felle ogen. Wat doet zij daar? Wat doet hij daar? Toen zag ik op het paadje bij de kerkdeur een dode muis liggen. Had hij die laten vallen?

Vogelkennis

Diverse vogelsoorten hebben ook een prominente rol in oude bijbelverhalen. De onverwachte kwartels in de woestijn waren een belangrijke voedselbron. Raven vergaarden voedsel voor de depressieve profeet Elia. Duiven speelden een rol in het verhaal van de ark van Noach. Maar de duif is bovendien belangrijk als offerdier bij de besnijdenis en naamgeving van Jezus en als symbool voor de Heilige Geest. Volgens de psalmen is de adelaar die haar jongen beschermt, een voorbeeld voor het handelen van God. Ooievaars bouwden nesten in de kronen van de ceders. De mus was een alledaagse vogel. Het is bijzonder dat al in vroegere tijd mensen door vogels geboeid waren en de vogels met aandacht werden gadegeslagen. Toen nog zonder verrekijkers. Wat hadden ze plezier in onze verrekijkers gehad.

Katrijne Bezemer

Meer blogs …

Komkommer

Vroeger sprak men van komkommertijd. Daar werd de tijd mee aangeduid die de zomer vooral in de media kenmerkte. Je zag in de krant slechts wat liflafjes. De politiek was op reces, men ging op vakantie en de interesse in wat er in de wereld plaatsvond was tot een minimum gedaald. Soms werd Nederland opgeschrikt door een natuurramp zoals een windhoos. Maar daar bleef het meestal bij. Deze herinnering kwam bovendrijven toen ik de krant enkele dag geleden opsloeg.

Komkommertijd

Een onbekende popster glimlachte mij van de voorpagina tegemoet. Binnen in de krant trof ik een artikel dat de kwalificatie komkommertijd niet onverdiend zou hebben gekregen. Voor de rest was er sprake van kommer en kwel. Gelukkig is de politiek nog hardnekkig op vakantie. Maar ik las al dat twee maanden niet vergaderen eigenlijk niet meer van deze tijd is. En dat is nu wat mij opviel: alles moet sneller, er is geen tijd meer om te wachten. Alles lijkt ook sneller te gaan. We hebben bijna allemaal een smartphone waarmee we alles kunnen, zelfs van de bank af. We hoeven er geen vin voor te verroeren. Als er een nieuwtje is, dan piept-ie. We moeten onszelf eigenlijk de vraag stellen: wil ik dat wel weten? Schiet ik er wat mee op om te weten dat iemand in een grote stad in zijn been geschoten is? Is dat voor mijn zielenheil nodig?

In mijn beroepsleven heb ik geleerd wat wachten is. Wachten tot de natuur oordeelde dat het moment gekomen was om de eerste kreetjes van een nieuw leven te doen horen. Dan besef je dat er iets sterker is dan jij. Soms zou ik willen dat iedereen die ervaring kon delen. Maar dat is verleden tijd. Als het net snel genoeg gaat dringt de vraag zich op: moeten we niet naar het ziekenhuis?

Vertrouwen

Wachten moet je leren en wachten doe je in vertrouwen dat alles goed komt. Dat vertrouwen wordt tegenwoordig zwaar ondermijnd, onder andere door de smartphone. Daar komt nog bij dat we alles beter weten en onze lezing is de beste, omdat hij van ons is.

Zo brengt de komkommertijd toch nog een belangrijk onderwerp naar voren. Vertrouwen als voorwaarde om het wachten draaglijk te maken, wat eigenlijk een vurige wens van me is. Wat zou de maatschappij er anders uitzien. Maar het vereist ook geloof en waar kun je dat oefenen? Ik denk in de vrijzinnigheid.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Risico

Als ik op mijn elektrische fiets stap, zet ik een fietshelm op. Daar zeg ik dan bij, als er omstanders zijn, dat één schedelbasisfractuur in de familie wel genoeg is. Ooit werd een van mijn zonen aangereden door een andere fietser, knalde met zijn hoofd op een stoeprand, en de volgende dag kon ik hem in het ziekenhuis opzoeken. Nog altijd heeft hij een niet geheel genezen verlamming van een gedeelte van zijn aangezichtsspieren.

De commentaren op een mogelijke verplichting van een fietshelm liegen er niet om: betuttelend, je denkt toch niet …, inperking van de vrijheid. Kortom, weerstand alom. Een buurjongen werd aangereden. Nadat hij ontwaakt is uit zijn coma en uit het ziekenhuis ontslagen komt een taxibusje hem ophalen.

Landgenoten gaan merkwaardig om met risico’s. Enerzijds gauw naar de dokter, want je weet maar nooit. Anderzijds als het ernaar riekt dat de ‘vrijheid’ in het geding is, is men tegen. Het probleem is dat er altijd risico’s zijn, dat hoort bij het leven. Gelukkig zijn we ons van de meeste risico’s niet bewust. Het gebeurt weleens dat mensen zoveel mogelijk risico’s willen vermijden en dan op een stoel gaan zitten en er niet meer af komen. Maar dan leef je niet meer.

Het is denk ik verantwoord om toch een klein risico te nemen en te genieten van de mooie dingen om ons heen. Als het goed afloopt dan voelt dat als een overwinning. Je hebt iets gewaagd en het is goed gegaan. Maar het is verkeerd om het noodlot te blijven tarten. De hierboven geschetste gedachtegang kreeg ik naar aanleiding van een artikel over valpreventie bij ouderen. Goed bedoeld natuurlijk maar het belangrijkste aspect miste ik: de opvoeding. Hallo, zult u zeggen, ouderen hoeven niet meer opgevoed te worden. Mis. Op een gegeven moment klim je niet meer op een ladder en ga je niet meer op een stoel staan. Maar als je dat ouderen niet vertelt dan doen ze het toch want ze hebben het altijd gedaan en waarom nu niet meer?

In deze tijd worden we eigenlijk gedwongen naar elkaar om te kijken. De hulptroepen worden steeds schaarser. Thuiszorg wordt schaars. Iemand die karweitjes voor je opknapt is nauwelijks meer voorhanden. En als die er is kost hij een vermogen en dat kan niet iedereen betalen. Is een vrijzinnige klusser dan misschien een oplossing? Ik weet het niet. Maar duidelijk is wel dat voor sommigen zingeving ligt in het verrichten van een klein karweitje voor een ander.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …